Aardbeienplant stekken

Zomerkoninkjes! Wie houdt daar nu niet van. Lekker zacht fruit wat door oud en jong wordt gewaardeerd. Wanneer het weer zover is dat de aardbeien in de winkel liggen, is het in veel gezinnen weer smullen geblazen. Zou het dan niet veel leuker zijn om zelf aardbeienplantjes te kweken? Er is vast wel een plekje in de tuin of in een pot waar een aardbeienplant in past. Je eigen fruit in je eigen tuin of balkon is geweldig. Ook voor de kids natuurlijk…die kunnen vaak niet wachten tot de vruchtjes rijp zijn.

Aardbeienplanten verzorgen

Aardbeien bestaan voor zeker 90% uit water. Dus je begrijpt dat dit een plant is die veel water nodig heeft. Aardbeien kunnen vrijwel overal worden gekweekt. In bakken en potten op het balkon gaat prima. Zorg er in ieder geval voor dat de aardbeienplant in humusrijke aarde wordt gezet.

Op zandgrond zullen deze planten het niet lang volhouden wanneer je in de volle grond gaat kweken. Woon je in een gebied wat rijk is aan zandgronden zorg dan dat je de grond gaat verrijken met goede, humusrijke aarde. Op zandgrond zullen aardbeienplanten snel uitdrogen.

Geef in het voorjaar langzaam werkende mest en let op de verhouding. Te veel stikstof zal weinig vruchten en veel blad geven. Ook is de aardbeienplant vatbaar voor ziektes. Het is verstandig om wisselteelt toe te passen wanneer je een moestuin hebt. Verplaats na twee jaar de aardbeienplanten naar een nieuw bed.

Bloei van de aardbei

Aardbeien bloeien met kleine witte bloemetjes. Wanneer de bloemen zijn bestoven, ontwikkelen zich de aardbeien. De bloemetjes worden bestoven door bijen en hommels. Na een week of 6 worden de vruchtjes langzaam rood. Elke aardbeienplant heeft ongeveer 3 trossen met aardbeien. Deze bloeien na elkaar. Dit zijn de zogenaamde doorbloeiers. De eerste aardbeien zijn groot. Daarna worden de aardbeien steeds wat kleiner, maar zijn uiteraard net zo lekker! Zorg dat de zon goed op de aardbeien kan schijnen. Dit bevorderd de bloei en de groei.

Ongedierte in de aardbeien

Aardbeien zijn gevoelig voor spint en bladluis. Dit kan op natuurlijke wijze worden opgelost door roofmijten in je planten uit te zetten. Zij zorgen ervoor dat het ongedierte wordt verorbert. De aardbeienplanten hebben zelf geen last van de roofmijt. Deze zullen op den duur verdwijnen uit de planten.

In potten kweken

Kweek je aardbeien in planten en potten voeg dan eventueel Cocopeat toe aan het humusrijke grondmengsel. De aardbeienplanten dienen wat schuin te worden aangeplant, zodat de vruchten over de rand kunnen vallen. De aardbeienplanten hebben voldoende ruimte nodig. Zet ze 25 cm. uit elkaar zodat ze, wanneer ze erg nat worden, snel op kunnen drogen. Zo voorkom je schimmelvorming.

Schimmel kan ook worden voorkomen door in juni stro tussen de planten te leggen. De aarde blijft tevens onkruidvrij en de voeding gaat dan helemaal naar de aardbeienplant. Ook zorgt stro er voor dat er niet zo snel slakken tussen je planten zitten. Slakken zijn dol op aardbeien maar gruwen van het harde, sprieterige stro.

Om goed te kunnen bloeien en veel vruchten te kunnen dragen heeft de aardbeienplant veel zon nodig. Zorg dus voor een warme zonnige plek.

Aardbeien stekken

Een aardbeienplant krijgt op den duur lange ranken aan zijn plant. Hier zitten weer nieuwe stekjes aan. De ranken kun je doorknippen en de stekjes weer in een nieuw aardbeienbed of in potten zetten. Doe dit in de maand juli. Tijdens de wintermaanden staat de groei helemaal stil. Potten en bakken kunnen worden afgedekt tegen te veel vorst of binnen in een koude garage of schuur worden gezet.

Na de winter kunnen de stekken weer tot leven worden gebracht door ze te verpotten of op een definitieve plek worden gezet. Na een paar weken zullen de planten gaan groeien en weer bloeien en vrucht dragen.

Het eerste jaar krijg je niet zoveel aardbeien, maar het tweede en derde jaar zal er volop geplukt kunnen worden.

Aardbeien zaaien

Het is best lastig om van je eigen aardbeien zaad te verzamelen. De zaadjes van de aardbeien zitten aan de buitenzijde van de vrucht. Het is niet altijd regel dat deze zaadjes dezelfde aardbeien zullen geven als hun voorouders. Het is handiger, wanneer je wilt zaaien, om aardbeienzaad aan te schaffen in een gerenommeerde winkel voor planten en tuin benodigdheden.

De zaadjes kunnen eind februari binnenshuis worden gezaaid. Dit kan worden gedaan in een kweekbakje maar is ook heel goed te doen met een stekstation. De zaadjes hoeven bijna niet worden afgedekt met grond, ze hebben namelijk veel licht nodig.

Een stekstation is een ideale plek maar zaaien kan ook in bakjes op de vensterbank. De ideale temperatuur is 18 tot 20 graden Celcius.

De grond moet licht vochtig worden gehouden en wanneer er 3 blaadjes bij de zaailingen worden gezien kunnen ze worden uitgeplant in aparte potjes. Gewoon verder kweken op 20 graden. Na een paar weken kunnen de bakjes met plantjes overdag naar buiten om af te harden. Doe dit afharden op een beschut, zonnig plekje. Na 14 mei (IJsheiligen) kunnen de aardbeienplanten op hun definitieve plek of pot worden verplaatst.